Hoge Raad verduidelijkt startmoment WSNP-termijn

hhc

In dit blog leest u over de recente uitspraak van de Hoge Raad die belangrijke verduidelijking geeft over het startmoment van de WSNP-termijn. Wanneer begint deze termijn precies te lopen als iemand eerst in een minnelijk traject heeft gezeten? En wat betekent dit voor schuldenaren die via verschillende routes proberen hun problematische schulden op te lossen? 

De uitspraak heeft met name gevolgen voor situaties waarin sprake is geweest van inkomensbeslag voorafgaand aan de WSNP.

Achtergrond wetswijziging

Sinds 1 juli 2023 is de standaard termijn van de schuldsaneringsregeling verkort van drie jaar naar anderhalf jaar. Daarnaast is vastgelegd dat de periode waarin iemand al aflossingen heeft gedaan in een minnelijk traject (buitengerechtelijke schuldhulpverlening) kan meetellen voor deze termijn. Dit past in het streven om schuldenaren sneller een nieuwe start te bieden.

Wat telt als ‘eerste aflossing’?

Een cruciale vraag was: wat betekent precies “vanaf de eerste aflossing in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling”? De Hoge Raad heeft hierover nu duidelijkheid gegeven:

  • De eerste betaling die iemand doet tijdens het minnelijke traject geldt als startpunt
  • Ook het sparen (geld opzij zetten voor schuldeisers) telt als aflossing
  • Betalingen aan één schuldeiser, bijvoorbeeld door een inkomensbeslag, kunnen meetellen
  • Ook een ‘nulaanbod’ (als is vastgesteld dat iemand geen afloscapaciteit heeft) wordt gezien als startpunt

Voorwaarden voor meetellen minnelijk traject

De Hoge Raad stelt wel voorwaarden aan het meetellen van deze periode:

  • De schuldenaar moet tijdens het minnelijke traject zijn verplichtingen zijn nagekomen
  • Hij moet maximaal hebben afgelost volgens de normen voor het vrij te laten bedrag
  • Hij moet zich hebben ingespannen om zoveel mogelijk geld voor schuldeisers te verkrijgen
  • Deze inspanningsplicht hoeft niet exact gelijk te zijn aan die in de WSNP, maar moet wel vergelijkbaar zijn

Minimale termijn na rechterlijke uitspraak

De Hoge Raad bepaalt dat er na de rechterlijke uitspraak nog minstens een half jaar moet overblijven voor de afwikkeling van de schuldsanering. In dit halve jaar hoeft de schuldenaar niet meer af te lossen of zich in te spannen, maar moet wel meewerken met de bewindvoerder.

Consequenties bij tekortschieten schuldenaar

Als de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, kan de rechter:

  • Bepalen dat een kortere periode meetelt
  • De termijn verlengen
  • De periode volledig laten meetellen, maar later beoordelen of de schuldenaar voldoende heeft gedaan

Praktische betekenis

Deze uitspraak is belangrijk voor schuldenaren die een inkomensbeslag hebben gehad voordat zij in de WSNP terechtkwamen. De periode waarin dit beslag liep, kan nu meetellen als “aflossing” in het kader van een minnelijk traject, wat de totale duur van het schuldhulpverleningstraject kan verkorten.

Voor schuldhulpverleners en rechters biedt deze uitspraak een duidelijker kader om te bepalen vanaf welk moment de termijn van anderhalf jaar gaat lopen, en welke voorwaarden daarbij gesteld kunnen worden.

De uitspraak sluit aan bij het doel van de wetswijziging: het verkorten van de totale duur van schuldhulpverleningstrajecten en het sneller bieden van een schuldenvrije toekomst aan mensen met problematische schulden.

Professionele juridische bijstand bij WSNP-zaken

Neem contact op met Christiaan Plaat voor advies en bijstand bij vragen over de WSNP-termijn en inkomensbeslag. Als WSNP-specialist met meer dan tien jaar ervaring in de advocatuur kan hij u helpen om de mogelijkheden van deze uitspraak voor uw situatie te beoordelen. Toegankelijkheid en betrokkenheid staan bij advocatenkantoor Plaat in Ede voorop.Bel: 06 228 672 46
Whatsapp: 06 228 672 46
Mail: info@advocatenkantoorplaat.nl